U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kiem"
Resultaten 1 - 5 van 5
- bestoeven: Ze bestoeft de eerpels mit een poeder, zodat er gien kiem an komp (Noordscheschut)
- kiem: Aj de eerpels op kiem zet, staot ze der veul gauwer boven (Hijken)
- kiem: Het koren lig in de kiem (Klazienaveen)
- kiem: Zuks muj drekt in de kiem smoren (Nieuw Amsterdam)
- poterbewaarplaots: De naam van de poterbewaarplaots in Slien is: de ontwaakte kiem (Sleen)