U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kiezen"
Resultaten 1 - 7 van 7
- holtsoort: IJ kunt daor kiezen oet verschillende holtsoorten (Mantinge)
- kiezen: Wel zuw kiezen, zeden de kinder, en toen keuzen ze oeze jong (Padhuis)
- kiezen: Wij hadden niet veul meer te kiezen, de keur was er al uut (Hoogeveen)
- kiezen: Nou moej kiezen, ja of nee (Erica)
- kiezen: Bi'j gistern ok hen kiezen west
- partij: Veur het voetballen mus je eerst partijgie kiezen (Anloo)
- zuut II: De kinder mossen kiezen tussen een beetje botter op brood of een beetje zuit drinken (Emmer Erfscheidenveen)