U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kinderwagen"
Resultaten 1 - 3 van 3
- miemeln: Dat kind lig wat te miemeln in de kinderwagen (Sleen)
- piskussen: Het underste kussen in de kinderwagen - vuld met haverdoppen - was een piskussen (Oosterhesselen)
- zeil: Vrogger haren ze wal een piskussen in de kinderwagen, mor nou hebt ze der een zeiltie önder (Hijken)