U zocht voorbeeldzinnen met daarin "klad"
Resultaten 1 - 9 van 9
- klad: Iene 'n klad naogeven dat is mar 'n kleinigheid
- klad: Hij kreeg een klad nao (Sleen)
- klad: Hij schreef het eerst in klad (Barger Oosterveld)
- kladde I: klad
- kladden: Mit zien varven hef hij der alles onder klad (Barger Compascuum)
- klakkerd: klad
- kletter: klad
- klit: klad
- klit: klad