U zocht voorbeeldzinnen met daarin "klanten"
Resultaten 1 - 3 van 3
- huppeln: Hij huppelt de winkel deur um de klanten te helpen, zo drok is het er (Beilen)
- klant: zien klanten op de fiets bijlangs (Eext)
- verstelster: De verstelnèeister gung vroeger bij de klanten langs (Dalen)