U zocht voorbeeldzinnen met daarin "klatern"
Resultaten 1 - 5 van 5
- klater: klatern
- klatern I: Hier is de ratelpopulier een klatern (Havelte)
- klatern II: Een slootien of diepe dat uutmondt naor een grote sloot in, kan zo mooi klatern (Havelte)
- klatern II: De wieven staot wat mit mekaar te klatern (Pesse)
- klettern: klatern