U zocht voorbeeldzinnen met daarin "klauwen"
Resultaten 1 - 13 van 13
- besnien: Dat schaop moej even de klauwen besnieden (Anloo)
- hokkelig: Een hokkelige koe is een koe, die slechte, kapotte klauwen hef (Padhuis)
- hukkeln: Die koe hef zere klauwen, hie stiet aal te hukkeln (Stieltjeskanaal)
- klauw I: De klauwen van een ko moet nogal ies bekapt worden (Hijken)
- klauw I: As de kaie op de loop komt, dan kleppert heur de klauwen (Nieuw Schoonebeek)
- klauw I: Doe mos dien klauwen veur die, ...bie die holden (Barger Compascuum)
- klauw I: Hij hef goed wat in de klauwen
- klauw I: Gaot oen haanden ies wassen, het liekt wel klauwen (Ruinerwold)
- klauw I: Aj in zien klauwen vervallen, bi'j niet gelukkig (Roderwolde)
- klauwen I: Het peerd mus der nogal tegen klauwen um met die kor vol deur mul zaand hen te kommen (Eext)
- klauwen I: Zie loopt der man deur te klauwen
- klauwen I: Een mooi gezichte, aj die kleinties op het ies ziet klauwen (Noordscheschut)
- kleuven I: klauwen