U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kleermaker"
Resultaten 1 - 4 van 4
- kleermaker: Alles mit maote, zei de kleermaker, en hij sleug zien wief mit de ellestok (Meppel)
- kruusbiens: Kleermaker en snieders zaten kruusbiens op taofel (Borger)
- naald: De kleermaker zat er met de glunige naal achterhèer
- versnien: De kleermaker har het pak versneden (Beilen)