U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kloeterig"
Resultaten 1 - 6 van 6
- deurreuren: De pudding is aordig kloeterig, ik heb het zeker niet goed deurreurd
- kloeterig: Het laand is nog zo kloeterig, daor mot nog even de eg over (Hijken)
- kloeterig: De brei is mij wat kloeterig eworden (Elim)
- klonterig: kloeterig
- meugen: Die brij is zo kloeterig, die mag ik zo niet (Oosterhesselen)
- veureggen: As het laand wat kloeterig is, moej het eerst veureggen, dan wordt het wat fiener (Eext)