U zocht voorbeeldzinnen met daarin "klompen"
Resultaten 1 - 20 van 168
- Aalden: len/As wat klompen en wat klossen/En wat magere
- achteroetgooien: Hij gooide de klompen achteruut (Ruinerwold)
- achteroetzetten: Hij hef de klompen achteroetzet
- anbakken: De snei bakt zo an det ie kunt haoste niet lopen deur de dikke ballen onder de klompen (Broekhuizen)
- anbakken: Snei wil best anbakken under de klompen (Grolloo)
- anballen: De snei balt an de klompen an (Broekhuizen)
- anballen: De klompen bint an ebald
- anvulen: Dat kuj op je klompen anvulen (Anderen)
- ballen II: Aj de klompen laot ballen, gaot ze langer mit (Hollandscheveld)
- bekappen: Eerst klompen bekappen en dan besnien (Sleen)
- besnien: Klompen mussen op het lest even besneen worden tegen de scharpe randties
- bijsnien: Doe most dei klompen even biesnieden, anders kan ik er nich in lopen (Barger Oosterveld)
- blauwkop: ... bij klompen ballen (Wapse)
- boer I: Hij steeit op zien woord as een boer op zien klompen (Gieten)
- bòl II: Ik heb bollen under de klompen
- carbid: Vrogger mussen de klompen mooi eschoerd wurden en dan mit ofgewarkte carbid naodoen (Koekange)
- carbidas: Carbidasse daor koj de klompen mooi wit mit schoeren (Hoogeveen)
- deurstrieken: Die klompen heb ik niet had. Striek dat maor deur op de rekening (Roden)
- driefholt: Driefholt gebruukt een klompenmaker um de klompen te klemmen (Klazienaveen)
- duker: Dukers gebroekten ze um leer onder de klompen te slaon (Barger Oosterveld)