U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kloppen"
Resultaten 1 - 8 van 8
- doveman: an dovemans deure kloppen
- haand: Haanden houwen, ...kloppen
- kloppen: Dat ding klinkt hol aj der op kloppen (Nieuw Amsterdam)
- kloppen: Hai stun drok te haanden kloppen
- kloppen: Ze hebben de hiele middag zitten te kloppen (Erica)
- kloppen: Even een aai kloppen (Barger Compascuum)
- nimmen: Wel binnen geeit zunder kloppen, mot het nimmen zoas het is (Anloo)
- oetkloppen: Hij deu het kacheldeurtien los um de piepe oet te kloppen (Barger Oosterveld)