U zocht voorbeeldzinnen met daarin "knobbel"
Resultaten 1 - 7 van 7
- bijkappen: Ik zal die knobbel an de paol wat baikappen (Roderwolde)
- hoos I: Veur de kneien van lange hozen naaide oons moeke ein knobbel; dat dee zeer as wie over de grond krop
- knobbel: De vinger is wat vergruid, der zit een knobbel op (Gasselte)
- knobbel: Hij hef een knobbel an de hals (Pesse)
- knobbel: Wie hebt er nog 'n dikke knobbel veen zitten (Klazienaveen)
- knobbel: Die jong hef een knobbel veur wiskunde
- knobbelvoete: Hij is geboren mit een knobbel