U zocht voorbeeldzinnen met daarin "knol"
Resultaten 1 - 6 van 6
- Christus: *As Christus is geboren, hef de knol zien smaak verleuren (Ruinen)
- heufdmister: Mister Knol was hier eerder heufdmister; hie was wal streng (Sleen)
- knokker(d): knol
- knol: binnen gele knol en blauwe knollen (Norg)
- knol: een knol stolen
- knolbotter: Knolbotter is wit van kleur, gresbotter is geelachtig. IJ kunden wal pruven dat het knol(len)botter (Sleen)