U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kodde"
Resultaten 1 - 5 van 5
- kodde: De kodde is van het hek of breuken (Drouwen)
- kodde: An een dörsstok zit een dikke kodde (Rolde)
- kodde: Toen ik die paol oet de grond trök, zat er een dikke kodde an (Emmen)
- kodde: Dat schaop had een kodde under de hals, die was gallig (Rolde)
- koddig II: kodde