U zocht voorbeeldzinnen met daarin "koestal"
Resultaten 1 - 6 van 6
- achterban(ne): De schoepe stiet op het achterban van de koestal (Wapserveen)
- antrekken: Wij hadden de aolde peerdstal bij de koestal antrökken (Borger)
- heuizolder: boven de koestal (Wapse)
- stookgat: Wij hadden vroeger een stookgat achter op de koestal (Borger)
- welpomp: Der leup vrogger een geute veur de koestal langes en mit de welpompe pompte wij daor water in (Havelte)
- zwartsel: Zwartsel veur de koestal