U zocht voorbeeldzinnen met daarin "koezenzèer"
Resultaten 1 - 3 van 3
- gezicht I: as een boer, die koezenzèer hef (Geesbrug)
- mangs: Ik heb smangs zo'n last van koezenzèer (Zweelo)
- tandarts: Ik heb zo'n koezenzèer. Morgen gao ik hen de tandarts (Zwinderen)