U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kokerij"
Resultaten 1 - 4 van 4
- kokerij: De vrouwe hef het drok mit de kokerij (Uffelte)
- kokerij: Hie döt alles zölf, de kokerij ok (Sleen)
- kokerij: In het schuurtien hebt ze noe de kokerij (Barger Oosterveld)
- pothokke: De kokerij hebbe wij in het pothokke (Dwingelo)