U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kolf"
Resultaten 1 - 6 van 6
- kolf: Hie pakde het geweer bij de kolf vaast (Eext)
- kolf: Een jachtgeweer mit lösse kolf (Hoogeveen)
- kolf: Der zit mar iene kolf an de stamme (Elim)
- kolf: Een kolf veur het ofkolven van moedermelk (Gasselte)
- ofkolven: Dat is een kolf veur het ofkolven van moedermelk (Gasselte)
- wriefwas: Hij poetste de kolf van het geweer met wriefwas (Roderwolde)