U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kooiker"
Resultaten 1 - 3 van 3
- kooikerhond: Een kooiker hef een kooikerhondtie (Balloo)
- naokieken: De kooiker keek de nusten nao (Norg)
- piep: In de entekooien hef de kooiker nog drok wark um de enten in de piepen te kriegen (Meppel)