U zocht voorbeeldzinnen met daarin "koot"
Resultaten 1 - 5 van 5
- binkie: Een binkie is dat stukkie tussen de koot en de elleboog (Peize)
- koot: Die koe hef het um de koot toe hielmaol dik (Sleen)
- overkoten: Dat peerd koot over (Emmer Compascuum)
- overkoten: koot
- vetlok: De vetlok zit aachter de koot (Roderwolde)