U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kop"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 1 - 20 van 500
- aap: Oet de kop kieken as een aop oet de kont (Westervelde)
- achterien: Zij zat mij aal achterene um de kop te zeuren (Hijken)
- akelig: Die man har een akelige dikke kop (Ruinerwold)
- alderaosie: Het was een geweldige aldernaosie, toen de auto over de kop vleug (Roswinkel)
- almenak: Hie hef een kop as een almenak
- almenak: Mien kop is gien almenak
- anarven: Deur al dat anarven hadden ze de kop deur de halster kregen
- angel I: Hij hef een hoge angel in de kop
- angooien: Do mös ze mij met de kop angooien
- ankommen II: Hij is met de plof over de kop vlogen, het is aordig ankommen (Roderwolde)
- anraoderij: Je moeten je eigen kop volgen en je niks van die anraoderaai antrekken (Roderwolde)
- anscharpen: Hij lat zuk veur een dubbeltien een bonenstok op de kop anscharpen
- aolstrupen: Aolstrupen is het vel van de aol ofstrupen deur een snee rondumme achter de kop en dan het vel - mit (Wapserveen)
- arf III: Hij haar aarft op de kop (Ekehaar)
- arrekatters: Van de foezel worden ze zo arrekatters in de kop
- as II: As het brij regent, heb wij het bord op de kop
- assemenikkie: Zie gooiden mij assemenikkie met een stien an de kop
- baanderdeur: Hij hef een vel veur de kop as een baanderdeur
- bafferd: Hij gaf hum een pofferd veur de kop, dat het zo knapte (Hoogeveen)
- bams: Hie hef hum toch een bams veur de kop geven (Borger)