U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kroos"
Resultaten 1 - 4 van 4
- eentenkroos: Wat drif daor een eentenkroos, ...eende(n)kroos, ...eentenkroet op het water (Sleen)
- kroos: Der dreef kroos op het waoter (Emmer Compascuum)
- vlot I: De eenden zit in het kroos, ...vlot te snabbeln (Smilde)
- zoer II: Het is zo zoer as krose, ...as een kroos (Sleen)