U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kruier"
Resultaten 1 - 5 van 5
- kruier: Een kruier
- kruier: Wat een kruier van een kèrel, hie hef overal de bek over lös (Oosterhesselen)
- kruier: Het is een grote kruier
- kruier: Wat is dat een vervelende kruier (Drouwen)
- kruier: Het is een vale kruier