U zocht voorbeeldzinnen met daarin "krupen"
Resultaten 1 - 5 van 5
- hette: Wat een hette vandaog, ij weet haost niet waor oj krupen moet (Eext)
- krupen: Hie is verhuusd, mor hie wil wal weer hen hoes krupen (Sleen)
- schaamte: Hij wol van schaomte wel in de grond krupen
- slak: Slakken begunt ok weer te krupen
- veurvast: Hie zal vervast niet weer in die boom krupen (Eext)