U zocht voorbeeldzinnen met daarin "löslopend"
Resultaten 1 - 3 van 3
- löslopend: Löslopend veei bij haarstdag kan nogal is gevaorlijk wezen op de straot (Eext)
- löslopend: Daor in hoes hebt ze nog een löslopend wicht
- schoemer(d): Een löslopend hond is ain schoemerd (Valthermond)