U zocht voorbeeldzinnen met daarin "lösmaken"
Resultaten 1 - 6 van 6
- ansnien: lösmaken
- kop: De kop lösmaken
- lösmaken: Die kèrel kan wat lösmaken, as e good an de gang is
- lösmaken: 's Aovends mus de baakster het kiend nog even lösmaken, as mien moe in het kraombedde lag (Hoogeveen)
- roetdam: Der zit een dikke roetdam veur de duker. Die moej even lösmaken, dan kan het water beter weg (Sleen)
- verdreugen: Het kiend lösmaken um het te verdreugen (Elim)