U zocht voorbeeldzinnen met daarin "löstrekken"
Resultaten 1 - 3 van 3
- muldersknup: geet, mor diej heel makkelijk löstrekken kunt (Hijken)
- rek I: Ik kun de rekke van de weckflesse neit löstrekken (Emmer Erfscheidenveen)
- strop: Aj een struup in dat touw doet, kuj het zo weer löstrekken (Eext)