U zocht voorbeeldzinnen met daarin "lap"
Resultaten 1 - 20 van 46
- dikoor: Die muj twei keer wat zeggen en een lap um de oren geven. Het is een echte dikoor (Hoogeveen)
- el: Ik heb een lap stof bij de el kocht (Een)
- gresgruun: Die lap stof is gresgruun, mor dende is mosgruun (Sleen)
- iezergaoren: Ik heb de lap erin zet met iezergaoren (Zweelo)
- inktlap: Aj de ink(t)lap vol hadden, kreej een neie (Sleen)
- knister: In een lap stof zit wal ies 'n klein knisterdie in, en dan kunj het nog wal ies goedkoop kriegen (Hooghalen)
- krap II: Die jurk is oet de lap stof kommen, maor het was krap wark
- lap: Is die lap groot genog veur een jurk? (Roden)
- lap: Zet even een lap op die boks (Mantinge)
- lap: Een leren lap
- lap: Ze huigen mekaor lap om leer
- lap: Het gung der lap um leer (Hooghalen)
- lap: Even de lap um de kop holden en dan weg wezen (Nieuw Amsterdam)
- lap: Der hung een hiele lap vel bij (Sleen)
- lap: Hij hef daor een mooie lap grond (Gieten)
- lap: Die hiele lap hebt ze nog met de hand anmaakt
- lap: Wat hef die koe een mooie lap (Sleen)
- lap: Hij kreeg een lap um de oren (Grolloo)
- lap: Hie hef met een grote lap betaald (Sleen)
- lap: hangt weer een donkere lap in het westen (Odoorn)