U zocht voorbeeldzinnen met daarin "leugen"
Resultaten 1 - 11 van 11
- achterhalen: De leugen kuj mit de waorheid achterhalen (Ruinerwold)
- barsten: Hij is van de eerste leugen niet ebarsten (De Wijk)
- hardop: Zeg het mor haardop, het is toch zeker gain leugen (Valthermond)
- leugen: As die bij de eerste leugen een kalf west was, was het nou een mooi melkkoe west (Klazienaveen)
- leugen: Die is van de eerste leugen niet ebarsten
- leugen: Het was een leugen um bestwil (Barger Oosterveld)
- leugen: Een leugen komp aaid oet (Eext)
- leugen: Het zal wel een leugen ewest hebben
- leugen: Al is de leugen nog zo snel, de waorheid aachterhaolt hum wel (Norg)
- liegen: Een grote leugen (Sleen)
- verweer: Daor kommen wij tegen in het verweer, dat is een grote leugen (Nieuw Amsterdam)