U zocht voorbeeldzinnen met daarin "leuning"
Resultaten 1 - 8 van 8
- hoekstoel: Een houkstoule met an twei kanten een leuning (Emmer Erfscheidenveen)
- inkarven: Nou hebt ze de leuning van die neie baanke al weer inkarfd met een naam (Beilen)
- leuning: De leuning van de stoel is kapot (Mantinge)
- leuning: Hij spaaide over de leuning van de brug (Roderwolde)
- rechter II: De rechter leuning van de stoule was ofknapt (Emmer Erfscheidenveen)
- trappaol: De trappaol onder an de trap, daor de leuning an vaast zit (Roderwolde)
- varven: De leuning van 't vonder mus neug evarfd worden (Elim)
- vonder: Een vlonder was een plaank, die over de sloot lag en an die plaank zat een leuning (Eext)