U zocht voorbeeldzinnen met daarin "lever"
Resultaten 1 - 20 van 34
- Adam: ...Ja Eva, ik zal, mor lever neet dan al (Wapse)
- ask: lever
- binnenwark: Het binnenwark van een slachtdier dat is hart, lever enz. (Ruinen)
- broodgeleuf: Hij hef een broodgelove, het vleis lever as de botten (Ruinen)
- fris II: Fris van de lever (Diever)
- gal: lever
- haandtienbakken: Ik gung naor de mark/Ik kocht een koe/Halfien toe/Stukken van de lever/Stukkien van de longe/Dat is (Erica)
- hartslag II: Van de kop, de lever, het hartslag en wat boekspek wordt leverworst maakt (Beilen)
- hondengeleuf: Hij hef een hondengelove: 't vleis lever as de botten
- iegel: Dat schaop is gallig, het hef iegels in de lever (Eext)
- intast: Op de nierties nao worde de hele intast, d.w.z. daarms, longen, hart en lever in een plat holten vat
- intast: De intas is: lever, hart, nieren, longe en milt (Nieuw Schoonebeek)
- kopgoed: Het kopgoed, het hart en de lever kwam almaol in de leverworst (Borger)
- lever: Hij had aordig wat op het lever
- lever: Die hef al heel wat op zien lever
- lever: Ze haar het goud op de lever
- lever: Hij vertelde het fris van de lever (Borger)
- lever: Die man hef een dreuge lever
- lever: Der zit niet zo'n beste lever in
- lever: Hij kek zo zoer of een loes hum over de lever löp (Padhuis)