U zocht voorbeeldzinnen met daarin "lichten"
Resultaten 1 - 20 van 28
- dichten: Hie kan riemen en dichten, dat een aold wief kan het gat er van lichten (Sleen)
- flikkern: Die man kwam ons lest tegen en hij zat te flikkern met zien lichten van de auto (Peize)
- flodder I: Dat is een lösse flodder, die kan gemakkelijk lichten en zwaoren
- foek I: Ie hebben van die zundagvissers die niks vangen en dan maar een foeke lichten om toch maar mit vis t (Meppel)
- hoeg: Aj de hoeg wilt lichten, muj der pèper en zolt op doen
- licht III: niet veule zaod in, der zit veule lichten in (Wapse)
- lichten I: Woj die wagen even lichten, dan zal ik der stienen under leggen (Sleen)
- lichten I: Geef mij de zoltpot even an, aans moet ik het gat nog lichten (Gieten)
- lichten I: De visserman giet zien foeken lichten
- lichten I: Eerpels lichten
- lichten I: Ie kunt een aanklacht lichten of zwaoren, naorgelang het veur edrègen wordt (Wapserveen)
- lichten I: Het kan lichten en zwaoren
- lichten I: Ie moet lichten en zwaoren kunnen, aans kuj daor niet bij wezen
- lichten I: Hij kan lichten en zwaoren, ie kunt wel mit hum overleggen (Dwingelo)
- lichten I: As de boeren een heugte ien het laand hadden, dan gungen ze hum lichten. Het zaand er onderweg haele (Wapserveen)
- lichten I: Hij kan riemen en dichten/Ie kunt er het gat veur lichten (Hoogeveen)
- lichten I: het hemd mit lichten (Barger Oosterveld)
- lichtstok: As der dreei eegies naost mekaor ligt, wordt de lichtstok bruukt um de eegies op te lichten um de ro (Eext)
- maars: Riemen en dichten, daor kanst doe mie de maorze mit lichten (Barger Compascuum)
- pomphart: As het vriezen wil, muj het pomphart lichten (Schoonebeek)