U zocht voorbeeldzinnen met daarin "ligger"
Resultaten 1 - 16 van 16
- anslaon: ligger
- hazeligger: ligger
- ligger: Ik wil even een neie ligger onder de vlouer maoken (Valthermond)
- ligger: De iene ligger van de brogge hef een rotte plekke, der mut een neie op (Ruinerwold)
- ligger: Een ligger bij een peerd ontstait deur een aparte wieze van staon gaon (Zuidlaren)
- ligger: Een ligger zat vaeke veur de kneei, an de hakke of vèur de börst (Dwingelo)
- ligger: Grune ziepe op een ligger, dat wol nog wel ies hölpen (Zuidwolde)
- ligger: Een ligger was twee turven op mekaor met een scheerturf an de störtkaante (Schoonoord)
- ligger: Een ligger leg ie as ie begunt te törfgraven; twei törven boven mekaar of eine mit een scheertörf (Barger Oosterveld)
- ligger: Ie hadden een gewone of dichte ligger, een hazeligger en de enkele ligger (Barger Compascuum)
- liggerlien: ligger
- liggern: ligger
- slag II: Een slag was een ligger met 6 of 7 stört (Barger Compascuum)
- stok III: ligger
- stört I: Zes stort bij een dubbele ligger en zeuven stort bij een enkele ligger of hazeligger (Barger Compascuum)
- stört I: Zes stört kwam tegen de ligger an;