U zocht voorbeeldzinnen met daarin "linnen"
Resultaten 1 - 20 van 29
- boog: Het linnen mus strak um de bogen spannen worden
- dollemuis: Een dollemuisien is een doodgewone ondermusse van linnen of ketoen en wörde mit een paar baandties (Havelte)
- dreugen: Het dreugt deur linnen en wollen
- iegengered: Hie hef de kast vol met iegengered, ...eigengered linnen (Sleen)
- kliedwagen: 'n Kliedwagen was een gewone boerenwagen met beugels en een linnen kap. De mieste boeren hadden ze. (Schoonebeek)
- linnen I: Undergoed en beddegoed weur vroeger van linnen maakt (Emmen)
- linnen I: Het linnen worde ien meert op de blieke legd um de gèle kleur weg te kriegen (Ruinerwold)
- linnen I: Hie prat deur linnen en wollen hen
- linnen I: Ze hebt wel wat aachter het linnen
- linnen II: Linnen theedoeken dreugt best (Stieltjeskanaal)
- logen: Vrogger haj van det gele linnen, det mus eloogd worden um het wit te kriegen (Pesse)
- oetrafeln: Ik gao die linnen baand even oetrafeln; ik wil der franies an maken (Sleen)
- ongebliekt: Ie harren gebliekt en ongebliekt linnen (De Wijk)
- poet: Hij het een mooie poet aachter het linnen (Roderwolde)
- pörrel: Wai atten altied Jan in de zak, en dat kwam oet een linnen pörrel (Peize)
- proten: Hie prat deur linnen en wollen hen
- puil: Een puil, ...puiel is van jute, linnen of fluweel (Sleen)
- puut: Bietenzaod zat in een linnen puut (Emmer Compascuum)
- ree III: Dat linnen lig almaol nog rei in de kast (Stieltjeskanaal)
- rol: Vrouger lag het linnen op rol in het kammenet (Een)