U zocht voorbeeldzinnen met daarin "lochtig"
Resultaten 1 - 8 van 8
- besmettelijk: Det goed is zo lochtig, det is arg besmettelijk (Koekange)
- izabel: Een izabel is een lochtig peerd, miest witte manen en een witte starte, enkeln ook donkere manen en (Broekhuizen)
- lochtig: Het is mooi lochtig ewörden, nou ze de bomen um ekapt hebben (Hoogeveen)
- lochtig: Ie heuft 's aovends haost gien locht mèer op hebben, want het is al zo lang lochtig (Hijken)
- luchtig: lochtig
- oosten: In het oosten wordt het al weer lochtig (Noordscheschut)
- sausen: Der was een vrouwe en die had de muren lochtig gruun esausd
- vlaskop: Die hef een vlaskop, dat is arg lochtig haor (Hollandscheveld)