U zocht voorbeeldzinnen met daarin "lollegien"
Resultaten 1 - 5 van 5
- kiedelorig: Wèes toch niet zo kittelorig, ie kunnen toch wel tegen een lollegien (Meppel)
- lol: lollegien
- lollegien: Och, dat was mor een lollegien, dat moej niet èerns opnimmen (Sleen)
- lollegien: Zuw ies een lollegien hebben?
- lollegien: Het is gien lollegien um knollen te plukken as het règent