U zocht voorbeeldzinnen met daarin "loperij"
Resultaten 1 - 8 van 8
- knielbeschuut: Aj eerder an de loperij waren, kregen wij knielbeschuut (Nieuw Dordrecht)
- knielmelk: Knielmelk helpt tegen de loperij (Padhuis)
- loperij: Wij hadden vanmörgen nogal wat loperij
- loperij: Mit zien vrouwlu hef hij heil wat loperij an de deure (Barger Oosterveld)
- loperij: Die loperij geet al heel lange (Diever)
- loperij: Hij geet er wel hen, mar het is nog loperij
- loperij: Ik bin zo an de loperij (Emmer Compascuum)
- loperij: Knielmelk helpt tegen de loperij (Padhuis)