U zocht voorbeeldzinnen met daarin "luiigheid"
Resultaten 1 - 4 van 4
- gapen: Hij gaapt het oet van luiigheid
- luiigheid: Het was klaorloeder luiigheid van hum (De Wijk)
- luiigheid: Hie wet van luiigheid niet wat of e dooun mot. Hie stinkt van luiigheid (Eext)
- oetmunten: Hij munt oet deur luiigheid (Barger Compascuum)