U zocht voorbeeldzinnen met daarin "lukken"
Resultaten 1 - 5 van 5
- gefriemel: Aj argens met an bint, dat niet good lukken wil, dan zeg ie wal is: dat is toch een gefriemel (Hijken)
- gelukken: lukken
- kaarnebotter: Kaarnebotter/Dikke stukken/Het zal wel lukken/Het zal wel gaon/Kaarnebotter/Is aal daon (Roderwolde)
- kakken: Dei hier komt kakken/En wil het nich zakken/Dan mot hij mar drukken/Dan zal het wal lukken (Barger Oosterveld)
- raor: Het mut al raar gaon as het dizze reize niet lukken wil (Noordscheschut)