U zocht voorbeeldzinnen met daarin "lumen"
Resultaten 1 - 6 van 6
- lumen I: Snap ie wat van heur: gistern alles èven mooi en vlot en vandage is het weer lumen en kuren (Ruinerwold)
- lumen I: Hij hef zien lumen nogal is
- lumen I: Het is net zoas ij hum antreft, want hie hef het bij lumen (Dalen)
- lumen I: Mit lumen en nukken/Bij toeren en rukken (Zuidwolde)
- lumen II: Dende dut niks, hie lop wat um hoes toe te lumen (Exlo)
- lumen II: Hie zit te lumen, het zint hum niet (Exlo)