U zocht voorbeeldzinnen met daarin "luns"
Resultaten 1 - 7 van 7
- inslieten: De luns was al ver insleten (Roswinkel)
- lui I: Wat een laaien luns
- luns I: Het is een klaaierd, een klungel, een laaien luns
- luns I: Het is een luns van een kerel (Klazienaveen)
- luuns II: Zit de luns der goud veur, aans lop het rad der oet (Eexterveen)
- luuns II: Hij dreg de luns
- spie: Een spie, ...luns zat deur de as van de waogen um te zörgen dat het rad er niet oetlopen kun (Roderwolde)