U zocht voorbeeldzinnen met daarin "maalsel"
Resultaten 1 - 4 van 4
- koggelboon: Koggelbonen weurden malen en dat maalsel vermengden wie dan mit stoete of eerappels. Dat gooiden wie (Barger Compascuum)
- maalsel: Het maalsel was haost even te fien (Zwinderen)
- ofstellen: Het maalsel was wat groffer, ze hadden de meul niet zo fien ofsteld (Westdorp)
- opvangen: Under de maalkast weurden de zakken hungen um het maalsel op te vangen (Hijken)