U zocht voorbeeldzinnen met daarin "mais"
Resultaten 1 - 10 van 10
- geluster: Wat hebt die mais daor? Het is een geluster en gefluster
- inhaaltied: Het is inhaaltied veur de mais, het aandere is achter de rogge (Hoogeveen)
- inkoelen: As het zuk weer blef, dan gaon we de eerappels inkoelen, ...het mais inkoelen (Klazienaveen)
- kneuzen: Wij moeten nog an het mais kneuzen (Klazienaveen)
- mais: Laot de baist mor hongern, dan wilt ze strakkies het mais wel vreten (Eexterveen)
- mais: Mais kent wij nog niet zo lang, dat is van de lèeste tied; dat verbouwden wij eerder niet (Sleen)
- maiskolf: De jongen hebt bie de mais zeten; het was allemaol maiskolven an de weg (Barger Oosterveld)
- poppedeine: Det is een anstellerig mais, een poppedeine (Ruinerwold)
- riepen: In disse naozomer wol het mais nog best riepen (Roswinkel)
- wichter-: mais-