U zocht voorbeeldzinnen met daarin "manier"
Resultaten 1 - 8 van 8
- begriepelijk: Dat is een begriepelijke manier van doen (Sleen)
- deurliggen: Op die manier ligs doe die de rugge nog deur (Nieuw Schoonebeek)
- gevuligheid: Ie aaltied mit je gevuligheid; op zo'n manier kuj overal um reren (Coevorden)
- ofwinnen: Ze hebt hum op een malle manier het neijoor ofwonnen
- riederij: Het is een dure riederij op disse manier
- slinks: Op een hiele slinkse manier hef e die aolde spullegies in handen kregen (Hooghalen)
- voel II: Hij is er op een voele manier ankommen (Hijken)
- wupperties: Bij het hinkeln harren wij een manier van wuppen met de voeten naost mekaar. Dat was wupperties