U zocht voorbeeldzinnen met daarin "marke"
Resultaten 1 - 6 van 6
- inhebber: In de Marke waren een dikke dartig inhebbers (Meppel)
- marke: Die grond heurt nog an de marke van Norg (Westervelde)
- marke: De marke Stienbargen hef nog onverdielde grond (Zuidwolde)
- ongescheiden: De ongescheiden marke van Gasselte (Gasselte)
- waardiel: Hij stun gewaardeeld veur 90 waardelen in de marke van Ten Arlo (Zuidwolde)
- waardielholder: dielholder in de marke (Oosterhesselen)