U zocht voorbeeldzinnen met daarin "mazematten"
Resultaten 1 - 4 van 4
- mazemat: Die mazematten die wij in de keuken liggen hebt, bint nou versleten (ze weurden van spleuten maakt) (Borger)
- mazemat: Mazematten (ook Weener of Weense matten of gattiesmatten) waren emaakt van plat gespleten riet veur (Zuidwolde)
- mazematten: Hie meuk goeie mazematten bij de boeren (Buinen)
- mazematten: Dai maokt de mazematten lös