U zocht voorbeeldzinnen met daarin "meerdere"
Resultaten 1 - 10 van 10
- beleefd I: Joe meerdere moej beleefd en netties bejegen (Smilde)
- groeten I: In dienst muj je meerdere groeten (Coevorden)
- meerder I: De meerdere man hef het veur het zeggen (Geesbrug)
- meerder I: Hij was goed de meerdere man, toen ze mekaor bij het haor kregen (Hooghalen)
- meerder II: Meerdere maolen heb ik hum dat verbeuden, mor het hölpte niks (Pesse)
- meerdere: Het haontie het zien meerdere vonden (Donderen)
- meerdere: Daor gao ik niet hen, dat is veur de meerdere (Stieltjeskanaal)
- tetmot: die ien of meerdere keren biggen had hef (Dalen)
- vinden: Non hef e zien meerdere vunden (Oosterhesselen)
- wieken I: De mindere man mut veur de meerdere wieken (Wapse)