U zocht voorbeeldzinnen met daarin "meet"
Resultaten 1 - 20 van 21
- grootte: Zij meet de grootte van het laand op (De Wijk)
- hoedjebal: meet
- kaaibakken: Magst mit het kaaibakken nich over de meet kommen (Barger Compascuum)
- kotsien: kotsien over de meet
- meet: As de meet
- meet: Het hef mij van meet of an al niet good toe leken
- meet: Hij is over de meet gaon
- meet: Ze bint aordig over de meet
- meet: Zie bint achter de meet
- meet: Ie staot achter de meet, mien jong
- meet: Hier löp de meet (Dalen)
- meet: Hij kreeg er een beste meet (Dwingelo)
- meetgooien: Komp de centen op de meet terecht, dan geldt die niet. Die vaalt er boeten. Ok dennend, die aachter (Eext)
- meten: Hij meet met twei maoten (Eelde)
- meten: Zie meet de (koffie)bonnen in de meul (Sleen)
- mussie: De centen die terecht komt in dat mussie, op de meet of aachter de meet, wordt in het mussie legd (Eext)
- twiefel: Van meet of aan har ik mien twiefels der over (Emmer Erfscheidenveen)
- veurstaon: Hij staait over de meet; hij gaait veurstaon (Roderwolde)
- voorstien: Aj zo naor de voorstien kiekt, dan is e met het bouwen aordig over de meet gaon (Oosterhesselen)
- wiedoet: Hij meet alles wiedoet