U zocht voorbeeldzinnen met daarin "meeuw"
Resultaten 1 - 3 van 3
- meeuw: Een meeuw is een onweersveugel, die trekt veur de regen uut (Havelte)
- stormvogel: De meeuw is de stormveugel (Elim)
- wruten: Ik heb ies een meeuw underplougd, maor hie het zuk er wel oetvröt (Eexterveen)