U zocht voorbeeldzinnen met daarin "melker"
Resultaten 1 - 7 van 7
- anvertrouwen: Hij is een goeie melker, dat is hum good anvertrouwd (Pesse)
- melker: Een melker is een koe, die heurzölf oetzög (Smilde)
- motten: Hij is gien melker, hij mot het meeste buten de ummer (Pesse)
- onkaant: Daor hef gien beste melker onder zeten, die koe is hielemaol onkaant (Geesbrug)
- streupen: Een goeie melker geet niet strupen (Wapserveen)
- taoimelker: Dat is een taoie melker (Hollandscheveld)
- weten: Weej nog een melker veur oens? (Ruinerwold)